Sinds 2006 schreef Van Loo zeven boeken waarin de Franse cultuur centraal staat, vaak met de klemtoon op de literatuur, maar daarnaast vol culinaire, en, niet in het minst, muzikale exploraties. Hij oogst daar enorm veel succes mee in Vlaanderen en Nederland, en was de laatste jaren bijgevolg vaker op televisie te zien dan aan zijn schrijftafel (al werkt hij tussendoor aan een dik boek over Napoleon). Hij ontmoette zijn Franse vrouw trouwens in het Parc Yourcenar, en woont nu met haar aan de Belgische kant van de grens.
Wie Van Loo bezig hoort, begrijpt meteen waarom hij zo populair is: hij lijkt werkelijk àlles te weten over Frankrijk, is een zeer vlotte prater en zijn passie is na al die tijd nog even fris en oprecht. Kortom: niemand is meer geschikt om bruggen te bestendigen en te bouwen tussen Vlaanderen en de Franse (en franstalige) cultuur. Hij maakt er geen geheim van dat hij dat als een verantwoordelijkheid opvat.
Gisterenavond ging ik in De Kern in Wilrijk naar de première kijken van zijn nieuwe voorstelling Chanson. Une belle histoire, waarin hij samen met de charmante groep Eddy et les Vedettes een tocht maakt door de tijd aan de hand van Franse muziek.
Het grootste deel van het publiek was aanzienlijk ouder dan ik en de mannen op het podium, wat me deed beseffen dat de aansluiting van de Vlamingen bij de Franse cultuur dan misschien wel verloren gaat, maar op dit moment zeker nog leeft. Van Loo laat het publiek meewerken: ‘Dit was Gilbert?'. Publiek: ‘Bécaud!' (Tot zover kan ik mee.) Van Loo: ‘Monsieur?' Publiek: ‘100.000 Volt!' (Al gehoord, zelf niet opgekomen.) Van Loo: ‘En op zijn das stonden altijd?' Publiek: ‘Bollekes!' (Ik kijk verwonderd om me heen.) Ik voelde de nostalgie rondom mij oprijzen en liet me samen met de rest verleiden tot een gemeend ‘Hah! … Ah!' à la Claude François, mét gebaren. Van Loo noemt die startkreet van Alexandrie, Alexandra ‘de doodsreutel van het Franse chanson', want daarna sterft de ene na de andere coryfee en valt de dominantie van het Engels niet meer terug te dringen.
Ook ik werd mijn verleden in gesleurd. Het liedje dat me het verst terugkatapulteerde in de tijd was La ballade des gens heureux (het stamt uit mijn geboortejaar en was in de jaren daarna wellicht nog vaak op de radio) en ça plane pour moi (het is me vaak verteld dat ik dat als peuter zong en ik kreeg een door (de Belg) Plastic Bertrand gesigneerde foto). Vage glimpen van schoolpleinen, met speelgoed bezaaide woonkamervloeren, familiefeesten, vakanties in Frankrijk en beige regenjassen in Brussel. Nauwkeuriger zag ik de kinderversie van mezelf op de achterbank van mijn vaders Citroën DS (een zwarte, geen rode zoals die waarmee Bart Van Loo voor het programma God in Frankrijk het spoor van de Tour de France volgde). Terwijl die mini-ik zich druk maakte over de sigarettenrook die mijn jaren tachtig vader weigerde in vraag te stellen, speelden cassettes van Roy Orbison en Mink Deville, en ook, heel vaak, van Françoise Hardy. Net als tous les garçons et les filles de mon âge wist ik nog niets over de gemoedsgesteldheid waarin mijn ouders verzandden wanneer ze haar bekendste nummer hoorden, en had ik er geen benul van hoe nostalgisch het me zelf ooit zou maken. (Zijdelingse petite histoire: mijn vader trachtte de DS enkele jaren geleden te verkopen. Nadat hij de geïnteresseerden een voor een de laan had uitgestuurd wegens ‘ongeschikt voor een auto als deze', begreep hij dat hij er niet van wilde scheiden. Hij heeft hem nog.)
Luchtig brengen Bart Van Loo en Eddy et les Vedettes twee belangrijke inzichten op je over. Het eerste is dat veel van de iconen van de Franse muziek niet eenzijdig Frans zijn. Moustaki is van Grieks-Joodse afkomst, Gainsbourg van Joods-Russische, Aznavour van Armeense, Joe Dassin van Frans-Amerikaanse, en Brel is - het kan niet genoeg worden herhaald - een Belg. Een mooi voorbeeld van hoe het openstellen van de landsgrenzen de eigen cultuur verrijkt.
Het tweede inzicht heeft alles met die nostalgie en ontroering te maken: voor iedereen in de zaal zijn de nummers verbonden aan het persoonlijk leven, wat betekent dat Frans chanson een wezenlijk bestanddeel is van de Vlaamse cultuur. Je kunt je afvragen waarom we vandaag zo weinig Franstalige muziek op de Vlaamse radio horen. Moet de formidabele Stromae het tij op zijn eentje keren? Nee, de fantastische Bart Van Loo zal hem daarin bijstaan. Het Franse ministerie van cultuur zou een standbeeld voor hem op zijn minst moeten overwegen.
Annelies Verbeke is een van de belangrijkste hedendaagse prozaschrijfster uit ons taalgebied. Misschien las u al haar mooie bestseller Slaap? Maar dat is lang niet alles. Schaf u zeker het verrassende en originele Veronderstellingen (2012) aan. Hierover schreef De Morgen: "Verbeke
zet de werkelijkheid niet zomaar surrealistisch op zijn kop. Nee, ze
tilt ze het liefst behendig uit de hengsels. (…) Wees gerust: op haar
tomeloze verbeeldingskracht staat nog lang geen rem.’ Verbeke is ook geëngageerd. Zo is ze ondervoorzitter van PEN Vlaanderen en blogt ze momenteel met open vizier over de Frans-Belgische grens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten