dinsdag 17 juli 2012

"Sluiertijd". Citybook over Chartres ingeblikt

Foto: Marianne Hommersom
Mijn avonturen met de uitspraakpolitie bij de opname van Sluiertijd.


“Ik steek mijn arm in de lucht en dan mag je doorgaan.” Daar zit je dan in een studio, een van tafel en micro voorzien achterafzaaltje van de Singel. Een glazen wand. Daarachter de technieker en deBuren-dame en fotografe Marianne Hommersom. Concentratie. Er gaat een arm in de lucht. Ik lees.

“Heel goed, Bart”, zegt Marianne bemoedigend, maar je hebt wel een woord ingeslikt. “Ah, ja, waar dan?”, vraag ik. “Wel luister”. Inderdaad. Hand in de lucht, en opnieuw die paragraaf. Het glas water komt goed van pas. Marianne luistert als een militaire spion, speurend naar een oneffenheid, een onverwachte daling in de stem, of al te gekke stijging van het ritme. Daar klinkt haar stem opnieuw. “Bart, je zegt ‘ssepter’, maar moet het niet ‘skepter’ zijn?” Nondeju, denk ik, ik zeg al heel mijn leven ‘ssepter’ tegen scepter, dus zal het toch wel ‘ssepter’ zijn. En Marianne mag dan in Antwerpen wonen, ze is toch van Hollandsen bloede en die spreken altijd graag klanken uit die er niet staan. Ik denk aan “polietsie”, u weet wel uit het woord “uitspraakpolitie”. Van Dale wordt aangesleurd vanuit de hectometers verderop verscholen bibliotheek van de Singel, en het verdict predikt tolerantie: beide kunnen. Ik zeg dus “ssepter”.

En zo lees ik gezwind en fluks verder, want al bij al gaat dit best vlotjes. Als ik haper leggen de technieker en Marianne een godsvruchtige vorm van geduld aan de dag. Tot ze haar kepie van dictiesmeris weer opzet. “Bart, je zegt kepié, moet het niet képie zijn?” Daar moet ik deemoedig het hoofd buigen, en erkennen dat de Franse regels der pronunciatie af en toe mijn Nederlands bezweren, u weet wel, de aandrang om het accent op de laatste lettergreep te leggen. Fout, dus vat ik opnieuw aan. Nadat de rechterarm van de technieker weer naar beneden is gedaald, blaas ik het woord “kepie” nu goed aan.

Foto: Filip Zandycke
Bij al die armen die naar beneden worden getrokken, hoop ik stiekem dat de technieker de allerlaatste keer zijn twee armen de lucht in zal steken, ze dan krachtdadig naar beneden zal trekken en daarbij uitbundig en luidruchtig zal zuchten. Ik neem me voor om mee te doen en mijn armen vervolgens elastisch voor me uitduwen. Alexandrie, Alexandra in de Singel. Cloclo voor Chartres en deBuren. Enkele daspasjes om te vieren dat mijn Citybook werd ingeblikt.

Niets, daarvan. De micro wordt afgesloten en Marianne komt nog snel met haar fototoestel een en ander op de gevoelige plaat vastleggen. Ik probeer alle scepters en kepies van me af te gooien en lach naar het vogeltje.


(Morgen verschijnt mijn Citybook integraal in De Morgen. Zie hier.)


PS : Enkele blogberichten over mijn verblijf in Chartres staan hier netjes onder elkaar gerangschikt.

PS 2: Ik dank deBuren hartelijk voor de kans, de uitdaging en de professionele omkadering.

PS 3: Een korte interview in Chartres over de vorderingen van het Citybook:



Geen opmerkingen: