Exact tien jaar geleden publiceerde Luc Rasson De macht van het woord. Bij wijze van jubileum een kleine herinning aan dit interessante boek.
In geen enkel land is de band tussen literatuur en politiek zo innig als in Frankrijk. Een traditie die teruggaat tot Voltaire en Hugo, maar het is vooral in het zog van Zola's spectaculaire tussenkomst in de Dreyfus-zaak dat schrijvers beseffen dat ze als intellectueel iets kunnen betekenen. Op voorwaarde weliswaar dat ze hun ivoren toren verlaten om kritische artikelen te schrijven en zonodig zelfs op straat verschijnen.
Luc Rasson, hoofddocent Franse literatuur aan de UFSIA, interesseert zich al jaren voor de 20e-eeuwse Franse literatuur die de taal uitspeelt als een maatschappelijk breekijzer, en publiceerde onlangs zijn bevindingen. Een selectief parcours, waardoor interessante figuren als André Malraux en François Mauriac jammer genoeg uit de boot zijn gevallen, dat aan de hand van een vijftiental auteurs niettemin een duidelijk beeld schept van een typisch Franse problematiek.
Aanvankelijk geloofden de Franse schrijvers van deze eeuw nog in de maatschappelijke relevantie van het woord. "Nous sommes la grande force, avec notre encre et nos plumes", aldus Zola. Literatuur kan de wereld veranderen. Pacifisten als Barbusse, Rolland en Giono zetten n.a.v. W.O.I hun woorden in tegen kanonnen, in een poging alle mooipraterij die de ware oorlog verhult te ontmaskeren en de lezer bikkelhard te confronteren met de lichamelijke vernietiging.
Nizan, Vailland en Sartre gaan – de een al wat langer dan de andere- een communistisch engagement aan, net zoals Céline (mooi geregistreerd als "reactionair modernist"), Brasillach en Drieu la Rochelle aanklopten bij het fascisme. "Dankzij de megafoon die de partij aanrijkt, kunnen je woorden aan slagkracht winnen"
De teksten van de vernoemde auteurs tonen echter tegelijk aan dat woorden geen gevolg hebben. Rassons analyse van de vergeten roman Vérité (1902) van Zola, een romaneske kijk op de Dreyfusaffaire, bewijst dat reeds daar twijfels omtrent de macht van het woord opduiken. De auteur van J'accuse speelt, aldus Rasson, een dubbele voortrekkersrol.
De loskoppeling van taal en werkelijkheid werd trouwens al door Rimbaud en Mallarmé opgemerkt, maar zou pas diep in de 20e eeuw als dusdanig onder ogen gezien worden. Het is deze breuk, het "verbroken contract" volgens George Steiner, die de Antwerpse literatuurdocent aan de hand van een aantal belangrijke en minder belangrijke auteurs illustreert.
In de tweede helft van onze eeuw "leert men leven met de melancholie van het kreupele woord". Yourcenar, Castillo en Makine beseffen de beperkte politieke draagkracht van literatuur, maar blijven wel schrijven, o.a. om in het reine te komen met het verleden toen men de literatuur nog krachten toedichtte die ze uiteindelijk niet bleek te bezitten. Een bijstelling van de mogelijkheden als het ware, waarbij de relevantie van het woord vooral geput wordt uit haar interpretatiepotentie of om het met Max Frisch' woorden te zeggen: "Als de literatuur er niet was, zou de wereld niet anders verlopen, maar wel anders gezien worden."
Interessant is dat Rasson ook even de Hexagoon verlaat en een blik werpt op de hedendaagse Algerijnse literatuur waar woorden hun greep op de werkelijkheid nog niet lijken verloren te hebben. Een functioneel notenapparaat en beknopte bibliografie sluiten het werk af.
Qua toon, stijl en inhoud ligt dit boek in het verlengde van Rassons colleges op de UFSIA. Hij voert zijn betoog op een heldere manier, waarbij een onbetwistbare kennis van zaken, tekstuele inzichten en functionele anekdotiek hand in hand gaan. Hij publiceerde al een drietal werken in het Frans (o.a. over Brasillach), telkens voor een overwegend universitair doelpubliek. Lovenswaardig is dat de docent letterkunde nu en dan zijn academische toren verlaat om de lezer uitgebreid in het Nederlands verslag te doen van zijn leeservaringen.
Dit vandaag nog altijd erg lezenswaardige boek vormt een warme uitnodiging aan het adres van andere academici om op gezette tijden Rassons voorbeeld te volgen. Momenteel werkt hij aan een nieuw Nederlandstalig boek waarin hij verslag zal doen van zijn lectuurervaringen van de voorbije tien jaar.
- Luc Rasson, De macht van het woord. Literatuur en politiek in het twintigste-eeuwse Frankrijk, Pelckmans, 1999. // Laatste boek: L'Ecrivain et le Dictateur. Ecrire l'expérience totalitaire, Imago éditions, Paris, 2008, 231 blz. // Andere publicaties en meer informatie vindt u hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten