De ware kracht van Johnny Hallyday ligt in zijn krachtige live-optredens. Hij kwam in Antwerpen, zag en overwon.
God weet dat ik in mijn leven al menigmaal enig ironisch grijnzen aan de dag heb gelegd wanneer de naam Johnny Hallyday valt. Meer dan vijftig jaar aan de top. Bijna vijftig studioalbums, vijfentwintig liveplaten, honderd miljoen verkochte cd’s, dertig miljoen concertgangers en vijftig jaar later, staat hij er nog altijd. Als een soort van volksmessias hangt zijn beeltenis in ontelbare Franse café’s. Op 10 juni 2000 kent zijn carrière een opmerkelijk hoogtepunt wanneer een slordige achthonderdduizend Fransozen zijn hits komen meezingen tijdens een openluchtconcert aan de voet van de Eiffeltoren. Het blijft voor vele buitenlanders een mirakel dat Johnny Hallyday dit al enkele decennia moeiteloos klaarspeelt. Ook de gemiddelde Franse intellectueel (en God alleen weet hoeveel er daarvan zijn) haalt zijn neus op voor deze gebruinde en gespierde rock- en charmezanger, maar het grote publiek (dat zelfs in Frankrijk ruimschoots het aantal zelfverklaarde intellectuelen overstijgt) hangt aan zijn lippen. De man heeft een aantal miskleunen op zijn actief, maar eerlijk is eerlijk ook enkele klassiekers die het meezingen meer dan waard zijn: Que je t’aime, Ma gueule, Gabrielle…
En toen kreeg ik vorige week gratis kaarten voor Hallyday in het sportpaleis van Antwerpen. En ondekte ik de ware kracht van Hallyday: zijn live-optredens zijn een belevenis om u tegen te zeggen. Tweeënhalf uur spektakel (soms een tikkeltje over the top, en dan moet je toch even lachen, maar niet lang, zijn grootse aanpak blijkt gewoon perfect aan te slaan in een grote concertzaal), goed bij stem, geweldige interactie met publiek, schitterende muzikanten (met en cours de route een half symfonisch orkest dat binnen kwam rollen), energie à volonté en ambiance, dames en heren, ambiance! Daar sprong ik dus recht om met duizenden anderen Que je t’aime te roepen, of om de armen gekruist boven het hoofd te steken bij de woorden “j'ai refusé / mourir d’amour enchaîné” (uit Gabrielle). Hij speelde liedjes uit zowat alle periodes van zijn carrière, dus ook enkele fraaie nummers uit de periode Michel Berger (Quelque chose de Tenessee) en van het Jean-Jacques Goldman-album (L'envie). De zaal ging uit de bol. De echte fans waren uiteraard in hun nopjes, maar ook ondergetekende en zijn gezelschap waren onder de indruk.
Chapeau, petje af. Je kunt je bij de (bijna) 69-jarige power van de man echt wel een idee vormen wat voor een omwenteling hij begin jaren zestig in het Franse chanson heeft teweeggebracht.
(Dankjewel Eve Schippers voor de kaarten. Vraiment).
En ja, er stonden meteen al filmpjes en foto's op het net natuurlijk. Meer Johnny uiteraard in Chanson. Een gezongen geschiedenis van Frankrijk.
- Reportage op RTL
- Que je t'aime - live in het Sportpaleis op 8 juni 2012
- Gabrielle - live in het Sportpaleis op 8 juni 2012
- L'envie - live in het Sportpaleis op 8 juni 2012 (je hoort meteen dat dit nummer door Goldman is geschreven)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten