woensdag 30 juni 2010

Le Clézio niet in Brussel, wel in Amsterdam

Wegens omstandigheden zal Nobelprijswinnaar J.M.G. Le Clézio morgen niet naar Passa Porta komen in Brussel. Zij die zich erg verheugd hadden op die avond serveer ik bij wijze van troost graag een klein filmpje van zijn optreden in de Amsterdamse Openbare Bibliotheek gisteren. Margot Dijkgraaf voelde er de Franse auteur op schitterende wijze aan te tand. In onderstaand fragment leest Le Clézio voor uit Ritournelle de la faim/Refrein van de honger.
  • Wat een geluk dus dat ik uitgenodigd was door Isabelle Mallez, de sympathieke directrice van het Maison Descartes, om met Le Clézio te dineren in Amsterdam. Wat we elkaar daar allemaal vertelden, blijft onder ons, maar het was een erg heuglijke avond.
  • Wel dit: Le Clézio herinnerde zich tot mijn verbazing nog ons valiezenavontuur van alweer jaren geleden. Het stukje dat ik daarover ooit in De Standaard publiceerde kunt u hier nalezen, maar hieronder volgt de Franse vertaling die ik hem bij wijze van verrassing aanbood. We hebben er samen nog eens smakelijk om gelachen.
Op de foto: BVL, Isabelle Mallez (van het Maison Descartes), Kirsten van Romondt (van uitgeverij De Geus) en J.M.G. Le Clézio.

Déclaration d'amour

L’écrivain francophile Bart Van Loo a dîné, il y a quelques années, avec Jean-Marie Gustave Le Clézio. Pas encore Prix Nobel, l'auteur français avait déjà fait impression.
  • Amsterdam, mars 2004. C’est le soir de la présentation du livre Nice. Muze van azuur, recueil de textes sur le lien intime entre d’innombrables écrivains et cette ville. Le compilateur Dirk Leyman m’a proposé de participer à la présentation. En attendant, nous prenons des forces dans une brasserie. Nous sommes une dizaine de convives. Par hasard, je suis assis en face de JMG Le Clézio, l’hôte d’honneur dont un texte a été traduit pour le livre. Il me demande en quoi consiste ma contribution au recueil. Je lui raconte comment j’ai parcouru la ville dans les traces de Maupassant, comment la pernicieuse syphilis avait pris un ascendant définitif sur l'écrivain, que pour mon livre tout près de paraître, Parijs Retour, j’ai traversé, pour ainsi dire, toute la France afin d’arpenter, renifler, sentir tous les lieux de vie et de fiction de mes romanciers chéris du XIXème siècle. Il me regarde dubitatif, mais m’encourage tout de même d’un sourire quand je fais une pause. Que je veux faire de nouveau de la lecture une aventure. Silence. Un ange passe. J’aimerais lui dire comment j’ai dévoré Poisson d’or. Je me racle la gorge mais je suis interrompu par Bas Lubberhuizen, l’éditeur, qui, dans un élan intrépide, lance le premier exemplaire de Nice. Muze van azuur sur la table mouillée. Effaré, JMG Le Clézio agrippe un Telegraaf qui traînait sur une chaise, le glisse en un éclair sous le livre encore en l’air, sauvé ainsi in extremis d’un baptême assuré.
  • Le Clézio et moi quittons en même temps le café. Il voit que je trimballe une valise énorme. « Vous êtes parti, semble-t-il, pour un long séjour à Amsterdam », dit-il. Je lui raconte que ce n’est qu’une apparence et que la valise contient ma rémunération pour une postface à la traduction de L’Assommoir d’Émile Zola (De Nekslag, traduit par Hans van Cuijlenborg). « Une bonne rémunération apparemment », murmure-t-il de façon étonnée. Je lui dis que là encore, ce n’est qu’une apparence. La maison d’édition Veen avait, au dernier moment, refusé de me payer et m’avait proposé en échange de choisir une valise de livres dans leur fonds. Pour leur apprendre les bonnes manières, j'étais arrivé avec ma valise la plus grande. L’après-midi même j’avais dévalisé leur collection de classiques français traduits. Nous voilà dehors, en haut des escaliers typiques des hôtels particuliers d’Amsterdam. « Je vous donne un coup de main » , dit l’auteur français et avant que je m’en rende compte nous descendons l’escalier. Nous peinons. Lui au-dessus, moi en-dessous. Marche après marche, Le Clézio et moi emportons les chefs-d’œuvre de Balzac, Zola, Maupassant et Flaubert.
  • Nous y voilà. Il y a maintenant un canal à traverser. L’aimable Le Clézio me demande si ça va aller. Je crois que oui. Ma valise gigantesque a des roulettes. Je peux facilement la pousser devant moi. « Mais alors laissez- moi au moins prendre votre sac en plastique », me propose-t-il gentiment. Le sac pend à mon épaule. Terriblement mal pratique. Je le lui donne, il manque de le laisser tomber. Il y a une déchirure dans le sac. Tout à coup, je me rends compte qu’il tient mon manuscrit de Parijs Retour, que j’avais emmené pour le relire dans le train. Ma déclaration d’amour à la littérature française a atterri, comme par magie, dans les mains d’un des plus grands écrivains français vivants. Il faudrait être de pierre pour ne rien ressentir. Je m'immobilise et regarde le Clézio avancer flegmatiquement. « Si le sac tient jusqu’à l'autre rive sans se déchirer, tout ira bien pour mon livre », voilà ce qui me passe par la tête. Le cœur battant, je le vois marcher lentement vers l’autre bord. Sans problème. Arrivé à bon port, Le Clézio en se retournant s'aperçoit qu’il est seul. Il me demande s’il y a quelque chose. Un peu trop enthousiaste, je m'exclame : « Rien, il n’y a rien du tout ». En souriant, je le rejoins en courant, aussi vite que me le permettent les classiques français.

vrijdag 25 juni 2010

Merkwaardige verrassing op het einde van het lezingenseizoen

Soms duiken op lezingen bijzondere mensen op. Zo drukte in Oudenaarde onlangs een zeker Luc Denorme mij de hand. Hij had me al in 2002 (!) aan het werk gezien, en komt telkens luisteren als ik in de buurt moet spreken. Nu sprak hij me voor het eerst aan.
  • Hij had een cadeautje voor me bij. En wat voor eentje! Hij stopte me een Revue de Paris in de hand, 1831-1832, delen 11-12. U kunt zich moeilijk inbeelden hoe groot mijn ontroering was. Dit was dus wel het tijdschrift waarin Honoré de Balzac en Victor Hugo hun boeken in feuilletonvorm lieten verschijnen voor ze als boek van de persen rolde. En dat kreeg ik hier zomaar in mijn handen. En mocht ik zelfs meenemen! (En jawel, ze stonden er allemaal in: Balzac, Hugo, Nodier...).
  • Luc had deze bundeling dubbel: zijn reeks liep van pakweg 1830 tot 1856 (het begin van Madame Bovary in feuilleton had hij net niet, en daar was hij nu al jaren naar op zoek). Een belezen man, een bibliofiel van het zuiverste water. Bedankt voor je vrijgevigheid, Luc.
Begin van een tekst van Victor Hugo over "la peine de mort". Hij was erg gekant tegen de doodstraf.
titelpagina

dinsdag 22 juni 2010

There is something rotten in the footballteam of France

Ze hebben onbetaalbare sportwagens, topmodellen aan hun zijde, dragen de nieuwste merkkledij en wonen in kasten van huizen. Het is godgeklaagd dat ze achter een balletje moet lopen om dat te verdienen. En nu krijgen ze ook nog hun vaderland over zich heen.
  • “There is something rotten in the footballteam of France”. We moeten minstens Shakespeare van stal halen om nog op te kunnen tegen de verbaliteiten van de Fransen. In de kleedkamer gooit Nicolas Anelka trainer Raymond Domenech “flikker op vuile hoerenzoon” naar het hoofd nadat die hem op een beleefde, maar krachtige toon gevraagd had zijn spel aan te passen. Dat wordt wereldnieuws. De spelers zijn furieus. “Il y a un traître parmi nous”, krijst kapitein Patrice Evra: een judas, een verrader die de woorden van Anelka wie weet voor grof geld heeft doorverkocht. Ziet u de Franse voetballers die nacht al met een mes tussen de tanden op zoek gaan naar de verrader? Vermoedelijk zou die aan de pers worden uitgeleverd. Alleen hebben ze de mol nog niet gevonden. Er circuleert dan ook een lijst van meer dan honderd verdachten. De ploeg, de technische staf, vrouwen, vriendinnen, ouders, agenten, minnaressen, privécoiffeurs... Ze gaan daar nog werk hebben. Misschien kan Sarkozy een onderzoekscommissie starten? Vanuit Rusland echode zijn stem tot in Zuid-Afrika: “C’est inacceptable!”. De “Cassez-vous, pauvres cons”, bleef nog net in zijn keel steken.
  • Van Zinédine Zidane over Aimé Jacquet tot Marcel Desailly, allen herhalen ze snuivend dat “de omerta van de kleedkamer” werd doorbroken. De omerta van de kleedkamer, proef die woorden, laat ze bezinken en geef u over aan zoveel ridicule pathos. In tijden waarin de val van een regering via Twitter wereldkundig gemaakt wordt, verbazen de heren voetbalspelers zich erover dat gebakkelei in de ploeg de buitenwereld bereikt. Vanzelfsprekend had dit binnenshuis moeten blijven, natuurlijk is dit geen wereldnieuws en uiteraard zijn dit onze zaken niet. Helaas vinden wij dat allemaal maar bijkomstige gedachten. We leven in tijden waarin de kleinste verspreking of de minste aarzeling opgeblazen worden tot fenomen waar sociologen zich fronsend over buigen.
  • De vaudeville verandert in een slechte tragedie wanneer de Fransen zondagnamiddag de geplande training boycotten. Neen, Anelka moest blijven, punt aan de lijn. Zelf zeggen de moedige kerels dat niet. Ze stappen uit de bus, schudden wat handjes, en stappen weer in de bus. Zakte uw broek ook af toen godbetert trainer Domenech hun verklaring voorlas? Ik wil ze niet te eten geven volgend schooljaar: de boze leerlingen die weigeren aan de lessen deel te nemen omdat een collega-leerling geschorst werd. Maar zouden de misnoegde pubers hun titularis ook zo gek krijgen om hun brief met grieven voor te lezen?
  • Nog een coup de théâtre! De directeur van de Franse voetbalbond neemt ontslag, live op tv, de tranen in zijn stem. Het publiek smult. En roept, samen met een aantal journalisten: Nog smeuïgheden! Brood en spelen! Heel de wereld amuseert zich op kap van Frankrijk. Het moet niet altijd België zijn.
  • Op France-Inter had men maandagochtend in aller ijl filosoof Alain Finkielkraut uit zijn bed getakeld om hem aan de tand te voelen over de nationale crisis. Hij had het over “l’esprit des cités” die de sfeer in de ploeg verziekte. In probleemwijken wordt goed werk verricht, maar loopt nog veel mis, aldus de filosoof en net daarom moeten alle “bendeleiders” (dat waren letterlijk zijn woorden) zonder pardon uit de ploeg verwijderd worden, uit respect voor de banlieue. Het grote woord is eruit: banlieue. De Franse nationale ploeg wordt gezien als de uitvergroting van de problemen in de mistroostige randsteden. Finkielkraut schuwt de grote woorden niet: de houding van Anelka en zijn ploeggenoten toont aan hoe het woord respect zijn waarde heeft verloren. Vervolgens kondigde de filosoof nog net niet de ondergang van het Avondland af.
  • Van Anelka’s “fils de pute” naar Zidanes “coup de boule” is maar een kleine stap. De indruk ontstond dat die kopstoot een beetje vergoelijkt werd. Zelfs Chirac zei vier jaar geleden dat hij de actie van de Franse aanvoerder begreep. Hij had de superster niet naar de galeien moeten sturen, maar zijn begripsvolle Colgate-glimlach was lichtjes verbijsterend. Werd Zidane nog als een held ontvangen op het Elysée dan bereikte Anelka gisteren Chelsea als een dief in de nacht. Woorden wegen zwaarder door dan daden.
  • Het moet gezegd dat het in Mexico ‘86 ook hommeles was in onze nationale ploeg. En kijk: het had een louterend effect. Wie weet hakken de Fransen vanavond de Zuid-Afrikanen in de pan en ligt de weg open naar de finale. De loftrompet zal oorverdovend klinken. Anelka zal tot martelaar worden uitgeroepen. Finkielkraut zal mistroostig het hoofd schudden. En alweer zullen de media jubelen.
Dit stuk verscheen vandaag in De Morgen.

zondag 20 juni 2010

Hervé Le Tellier: "Waar denk je aan?" (5)

Waar denk je aan?
  • Dat ik om een zachtgekookt eitje te bereiden zonder horloge gewoon drie keer Le dormeur du val moet opzeggen, vier keer als ik het eitje wat harder gekookt wil.
  • Dat wanneer een zichtbare druppel spuug op mijn mouw beland ik altijd doe alsof er niets aan de hand is.
  • Dat wanneer ik tijdens een diner die onvertelbare grappen waar ik zo van houd niet kan vertellen ik beter de uitnodiging niet had aanvaard.
Hervé le Tellier is lid van de Franse Oulipo-beweging en schreef het bijzondere Les amnésiques n'ont rien vécu d'inoubliables (1998). Ik vind het zo'n leuk boek dat ik op gezette tijden stukjes uit het boek in eigen vertaling op mijn blog zal plaatsen. Geïnteresseerde uitgevers mogen me altijd contacteren. Het opzet van het boek is eenvoudig. Le Tellier stelt telkens de banale vraag "Waar denk je aan?" en zal die vraag elke keer weer op zijn eigen onnavolgbare wijze beantwoorden. Geestig, filosofisch en ingenieus. Kortom, heerlijk!
  • Hier vindt u meer "waar denk je aan?".

donderdag 17 juni 2010

Behoren de memoires van Charles de Gaulle tot de literatuur?

Daar bestaat momenteel controverse over binnen de Franse onderwijswereld. Een college van vijf Franse onderwijsinspecteurs literatuur heeft zich vorig jaar gebogen over het nieuwe leerplan voor het secundair onderwijs. Koen Fillet van Radio 1 belde me op voor een gesprek.
  • Voor het zogenaamde Baccalauréat littéraire (Bac L) moeten de scholieren een verplicht werk uit vier literaire domeinen bestuderen. Over drie werden de specialisten het snel eens. Voor de 'grands domaines littéraires et modèles antiques' werd het de 'Odysseus' van Homerus (zangen V-XIII). Voor 'littérature contemporaine' viel de keuze op 'Endgame' van Samuel Beckett ('Fin de partie') en voor 'langage verbal et images' (verfilmde literatuur, quoi) op Tous les matins du monde van Pascal Quignard, dat verfilmd is door Alain Corneau.
  • Restte er nog 'littérature et débats d'idées'. Eén van de inspecteurs kon zijn collega's overtuigen om voorde oorlogsmemoires van generaal de Gaulle te gaan.
  • Begin dit jaar is het leerplan voorgesteld. Na enkele dagen ontstond er in onderwijskringen grote discussie over de Gaulle. Vorige maand werd een petitie met 15000 handtekeningen en het dringende verzoek "de revenir sur ce programme absurde et déséquilibré!" overhandigd aan minister van onderwijs Chatel. "Wij zijn leerkrachten literatuur, geen historici", betogen de leerkrachten. "Hoe moeten wij omgaan met een literair werk dat bol staat van nationalistische propaganda en oorlogsheroïek"?
  • Nochtans zijn de memoires van de generaal tien jaar geleden opgenomen in de prestigieuze literaire reeks 'La Bibliothèque de la Pléiade'

Koen Fillet belde me op en vroeg me de pieren uit mijn neus. U kunt het gesprek hier beluisteren (Radio 1).

Bron: site van Radio 1.

dinsdag 15 juni 2010

België blijft de Fransen intrigeren. We worden nog populair...

Alleen moet mijn geliefde Xavier Gorce toch wat beter zijn Nederlands laten nalezen. Maar wat hij wil zeggen is meer dan duidelijk. Knipoog naar Brel inbegrepen. Misschien moet ik hem toch eens laten weten dat lang niet alle Vlamingen een scheiding genegen zijn.

maandag 14 juni 2010

Wat nu met ons landje? Een Franse mening.

"Als België uit elkaar zou spatten, zouden twee op drie Fransen gunstig staan tegenover een fusie van Wallonië met Frankrijk. De derde zou, net zoals ik, liever hebben dat men Frankrijk bij Wallonië voegt."
(Hervé Le Tellier vandaag in La Check-list du Monde op lemonde.fr)

vrijdag 4 juni 2010

TVlivre: Willem Elsschot in Frankrijk

  • Ontsnappen is niet meer mogelijk. Elsschot wordt gevierd in Antwerpen, en dat zult u geweten hebben. Maar gaan ook onze zuiderburen door de knieën voor Willem Elsschot? TVlivre zoekt het uit en serveert een exclusieve vertaling van "Het huwelijk" in het Frans.
  • In september verschijnt mijn nieuwe boek Elsschot, Antwerpen en Coraline (Houtekiet/Atlas) waarin ik stad en schrijver door een Franse bril bekijk. Alain Giebens maakt er foto's bij. In dit boek vindt u ook de volledige vertaling van "Het huwelijk" in het Frans.
  • Voortaan vindt u TVlivre ook telkens op de boekenblog van Knack. Hier dus.
Met dank aan het Lycée Louis Pasteur in Rijsel (in het bijzonder mevrouw Soulier) en het Musée La Piscine in Roubaix.