dinsdag 8 juli 2008

Woede in het hart

Ik las Betancourts Woede in het hart in 2001, zonder te weten wie ze eigenlijk was, en niet eens op de hoogte van haar toen nog recente ontvoering. Dat werd me pas duidelijk net na de lectuur van het boek. Het is een absolute aanrader voor wie de vrouw wil leren kennen die de afgelopen week niet uit de media was weg te slaan. Ze schreef het boek in het Frans, maar in 2001 verscheen de Nederlandse vertaling bij De Geus, 255 blz. Hieronder de korte recensie die ik destijds schreef voor het maandblad Streven
Met woede in het hart las ik het gelijknamige boek van Ingrid Betancourt, het relaas van een vrouw die vecht tegen het tot op het bot corrupte Colombia. Als dochter van een voormalig minister van Onderwijs krijgt Betancourt de politiek met de paplepel binnen. Ook haar moeder engageert zich in de politiek. Vooraleer we echter het boeiende verhaal van haar jeugd (op de schoot bij García Márquez en Neruda) geserveerd krijgen, vliegt de schrijfster in medias res het boek binnen. Het is 1996 wanneer een man op haar bureau van het Huis van Afgevaardigden droogjes vertelt dat haar kinderen gevaar lopen. In allerijl worden ze in veiligeid gebracht, het vliegtuig op richting Nieuw-Zeeland waar haar ex-man op de ambassade werkt. 
Hoe het zover is gekomen? Dat komen we van naaldje tot draadje te weten en tegelijkertijd passeert de Colombiaanse politiek van de afgelopen dertig jaar de revue. Een ontluisterend verhaal dat snel samengevat kan worden: “Een situatie waarin de politieke leiders en de guerrillero’s elkaar lijken te helpen om de staat van oorlog te handhaven, die het land ruïneert maar waardoor zij zich kunnen handhaven en zich blijven verrijken.” Met vallen en opstaan volgen we Betancourts carrière in de politiek, hoe ze tegen alle verwachtingen verkozen wordt als volksvertegenwoordigster, hoe ze vier jaar later met de meeste voorkeurstemmen in de senaat terechtkomt, hoe ze haar eigen politieke partij Oxígeno (“we kunnen niet meer ademhalen, we hebben geen hoop meer, geen dromen, niets”) opricht en de aanloop neemt naar de presidentsverkiezingen 2002. Tegelijk volgen we de corrupte capriolen van de presidenten Samper en Pastrana en hun talrijke handlangers, waaronder drugsbaronnen. 
Verbijsterd lees je hoe ze haast in haar dooie eentje opkomt tegen een volledig omgekocht parlementair halfrond, hoe ze ondanks alles blijft doorgaan. Alle echte leiders die de afgelopen twintig jaar opstonden, werden vermoord terwijl ex-president Samper ondertussen in een chique wijk van Madrid woont. Betancourts populariteit stijgt omdat de Colombianen na al die jaren omkoperij en terreur appreciëren dat Ingrid Betancourt niet te koop is zoals hun andere leiders. Deze roman is een zowel hartverscheurend als bemoedigend pleidooi voor democratie en oprecht engagement. 
“In tien jaar tijd heb ik veel geleerd; ik voel me nu sterk genoeg om het werk tot een goed einde te brengen. Stel je eens voor wat voor land we zouden zijn als we de ongelooflijke energie die we nu stoppen in de dood, zouden besteden aan werken, produceren, scheppen, plezier maken, of aan familie… Er bestaat geen enkele organisatie voor solidariteit tussen Colombianen onderling. We leven geïsoleerd, kwetsbaar, we wantrouwen elkaar. (…) De krachten moeten omgekeerd worden, wat zwart is, moet wit worden. Ik wil dat doen.” Ze komt dan ook op bij de volgende presidentsverkiezingen. 
Eind februari werd Betancourt ontvoerd, terwijl in mei de nieuwe president verkozen wordt. Hopelijk blijft ze ongedeerd en wordt ze dra vrijgelaten. Misschien kan Europa op een of andere manier druk uitoefenen om haar vrijlating te bespoedigen? Met woede in het hart stuurde ik een mailtje met steunbetuigingen aan haar medestanders, u kan hetzelfde doen op www.ingridbetancourt.com.
Dit laatste is gelukkig niet meer nodig. Haar boek lezen strekt evenwel nog steeds tot aanbeveling. 

Geen opmerkingen: