dinsdag 8 juli 2008

Vakantieboeken


Ontelbare landgenoten trekken tijdens de zomer naar Frankrijk. De zomer wordt steeds meer aangewend om stapels leesvoer in te halen. Je zal het je zeker niet beklagen mocht je één van de volgende Franse romans in je reistas stoppen. Bon voyage! Bonne lecture! 
(Niet vertaalde titels staan in het Frans.)


George Sand, Mauprat. De geschiedenis van een liefde (1837)

Een verhaal met aangrijpende personages en spannende verwikkelingen dat je voert langs donkere bossen, onneembare vestingen, ridders en jonkvrouwen. Besprenkeld met een vleugje exotiek, zoals het in de Franse romantiek hoort. Een prachtige historische roman die speelt in de onbekende, maar wondermooie Berry.


Honoré de Balzac, Eugénie Grandet (1833)

Deze op het eerste gezicht onschuldige roman blijkt bij nader inzien een geraffineerde, ironische beschrijving van een vrek. Het verhaal speelt in Saumur waar je makkelijk kunt ronddwalen in het decor van deze roman. Zo kan je ook literaire genoegens koppelen aan een tocht langs de Loirekastelen.


Alexandre Dumas père, Vingt ans après (1845)

Dumas is een superieure verteller die de hele Franse (en tegelijk Europese) geschiedenis meesterlijk gevulgariseerd heeft en vlijmscherpe dialogen -zo uit het theater gelicht- in het romaneske genre heeft geïntroduceerd. Zijn boeken lees je niet, je verslindt ze. Zo las ik de in mijn Franse versie erg dichtbedrukte 850 blz. van Vingt ans après (het vervolg op De Drie musketiers) op amper vijf dagen uit, waarna ik vol adrenaline “ô maître Dumas” in de marge noteerde. 


Alphonse Daudet, Brieven uit mijn molen (1866)

Over Daudets befaamde molenbrieven wordt wel eens meewarig gedaan, maar sommige bladzijden behoren zonder meer tot de knapste uit de negentiende-eeuwse Franse literatuur. Daudets fantasierijke brieven ontroeren je even vaak als ze je doen lachen, en daar ergens tussenin stuit je op een zuivere vorm van melancholie. Verplichte kost voor liefhebbers van de Provence. 


Guy de Maupassant, Eenzaamheid (verhalen uit 1883-1884)

In zijn beste dagen is Maupassant niet te kloppen op de korte afstand. In zijn verhalen, die vaak pure meesterwerkjes zijn, slaagt hij erin om zonder veel omhaal en literair gepronk het dagelijkse leven treffend te verbeelden. Ze zijn vooral aangewezen als lectuur bij een reis naar Parijs, Normandië of de Côte d’Azur. Eenzaamheid is misschien wel de sterkste bundeling van zijn korte verhalen.


Robert Margerit, La Terre aux loups (1958)

Een spannende, bloederige historische roman waarin Margerit ons een lucide kijk gunt in de hoofden van zijn personages. Bovendien geschreven in misschien wel het mooiste Franse van de 20ste eeuw. Nu eens sensueel en brutaal, dan weer subtiel en terughoudend. De absolute geheimtip voor wie de taal van Molière beheerst. Een meesterwerk! 


Simenon, Maigret en de clochard (1963)

Wat is een reis naar Parijs zonder een Simenon in de rugzak. Er is keuze te over, maar Maigret en de clochard is ongetwijfeld een van zijn allerbeste. De beroemde commissaris is meer geïnteresseerd in de mens achter de misdadiger dan de daad zelf, en net daarom zijn vele Maigrets zo genietbaar. De suggestieve sfeerbeschrijvingen van Simenon laten je in gedachten bovendien moeiteloos langs de Seine of het Canal Saint-Martin lopen. 


Alexandre Jardin, Fanfan (1990)

Fanfan vertelt het ongewone verhaal van een jongeman die weigert zich lichamelijk te geven aan de vrouw van zijn dromen. Hij is er immers van overtuigd dat elke liefde na de eerste coïtus onherroepelijk begint af te takelen. Als antwoord op de vraag "hoe eeuwig verliefd blijven" tovert Jardin de ene spitse vondst na de andere tevoorschijn, die door het geslaagd samengaan van scherts en herkenbaarheid uitgroeien tot een originele liefdesodyssee. 


Gilbert Sinoué, Dochter van Egypte (1991) 

De gelauwerde Gilbert Sinoué weet hoe hij een vlotlezende historische roman moet schrijven: een vleugje erotiek hier, een schepje eruditie daar, een stevige dosis spanning, massa's vlotte dialogen en vooral een niets ontziende vaart waarmee het verhaal naar het open einde holt en die de lezer onherroepelijk meesleurt.


Marie Desplechin, Verlichte gevoelens (1995)

In Verlichte gevoelens komen steevast vrouwen aan het woord die op zoek zijn naar liefde. Dit eeuwige maar oerdegelijke cliché komt hier op een heldere manier aan bod, in vlotte zinnen waar woorden makkelijk hun plaats vinden en bijgevolg ook moeiteloos veel kunnen zeggen. De verhalen lezen zo vlot weg dat je bij het omslaan van de laatste bladzijde verbaasd bent dat zoveel herkenbare gevoelens de revue zijn gepasseerd. Absolute aanrader!


Amélie Nothomb, Filippica’s (1995)

In Filippica’s zet Nothomb haar voorliefde voor het groteske om in sprankelende beeldspraak en hanteert ze de stilistische maatbeker op een beheerste wijze. Het gruwelijke en het adembenemend mooie, het intrieste en het dolkomische reiken elkaar de hand. Als lezer proef je haast zintuiglijk wat er geschreven staat, moet je nu eens schaterlachen terwijl even later je maag omkeert van walging. Misschien wel haar allerbeste boek. 


Anne Wiazemsky, Een handvol mensen (1998)

Emotioneel nooit onderkoeld, nooit sentimenteel, en ook stilistisch perfect in toom gehouden. Wiazemsky schrijft een welhaast klassiek Frans dat de gruwelen van de Russische Revolutie en het persoonlijke parcours van een handvol mensen knap omarmt. Een boek dat bovendien heerlijk wegleest! 


Anna Gavalda, Ik wilde dat ergens iemand op me wachtte (1999)

Niet alleen via het perfect ingeschakelde toeval, maar vooral dankzij een consequent eenvoudig, maar perfect getimed taalgebruik weet Anna Gavalda de lezer met haar verhalen te bekoren. De stijl is opvallend in zijn soberheid: korte zinnen ontdaan van elke sier en zwier, onderverdeeld in meestal korte blokjes, nu en dan onderbroken door eenvoudige dialogen of overgoten met een lichte spot. Dit boek is een snoer van heerlijk met elkaar vervlochten parels. 


Philippe Claudel, Het verslag van Brodeck (2007)

In zijn nieuwe roman Het verslag van Brodeck knoopt Claudel weer aan bij het ambitieuze, epische register van het alom bejubelde Grijze zielen. Deze vlotlezende en spannende, maar ook duistere roman is misschien niet het typische zomerboek, maar literatuurliefhebbers op zoek naar dat tikkeltje meer, moeten Claudel onversaagd in de rugzak steken. 

En indien u niet van ophouden weet, en nog inspiratie zoekt, sla er dan eventueel Parijs retour. Literaire reisgids voor Frankrijk (2008) op na, naar verluidt “een uitstekende metgezel voor Frankrijkgangers” (de Volkskrant). Meer info hier.
Aangepast en ingekorte versie van een lijst die verscheen in het zomernummer 2008 van En France

Geen opmerkingen: