maandag 24 mei 2010

Spoedcursus Alexandre Dumas (2)

We hebben er 166 jaar op moeten wachten maar nu is het zover: de Nederlandse vertaling van De graaf van Montecristo ligt in de winkel. Een uitgelezen kans om het onoverzichtelijke leven en oeuvre van de romangigant Alexandre Dumas in tien stappen te doorgronden. En garde!
4. Hormonaal
  • Net als Georges Simenon en Victor Hugo behoort Dumas tot het geslacht van hormonale schrijvers: elke literaire inspanning moet gecompenseerd worden met een samenzijn in de armen van een vrouw. Eenmaal sluit een uitgever Dumas in zijn kamer op omdat hij dringend twee hoofdstukken van een roman moet afmaken. Na twee uur zijn de hoofdstukken klaar en is de schrijver er ook in geslaagd het ontvangen voorschot in een aangrenzend bordeel op te maken. Zijn enige officiële vrouw moet hem delen met ontelbare minnaressen: ‘Dat ik veel maîtresses tegelijk heb gehad, is eenvoudig een vorm van menselijkheid geweest. Als ik er een had, zou ze binnen acht dagen dood zijn. Ik wil niet overdrijven, maar ik ben er zeker van dat er van mij ten minste 500 kinderen op de wereld rondlopen.’
5. Mulat
  • Dumas’ vader is de zoon van aristocraat Davy de la Pailleterie en een negerslavin uit het huidige Haïti en krijgt de naam ‘du mas’ (‘van de boerderij’), zoals dat met bastaards op plantages wel meer gebeurt. De jonge Dumas is blank, maar krijgt naarmate hij ouder wordt een duidelijke mulatkleur. Ook zijn haren beginnen erg te krullen, zodat hij vaak ‘le nègre’ wordt genoemd. Hij is goed van de tongriem gesneden en geeft racistische provocateurs lik op stuk wanneer die hem spottend naar zijn zwarte roots vragen. ‘Maar natuurlijk, mijn vader was een mulat, mijn grootvader een neger en mijn overgrootvader een aap. U ziet, mijnheer, mijn familie begint waar de uwe eindigt.’ In de exotische avonturenroman Georges (1843) rekent Dumas af met die problematiek en herken je hem makkelijk in het hoofdpersonage, een mulat die een mislukte opstand van zwarten en kleurlingen leidt op het eiland Mauritius.
6. Nègre
  • Dumas’ oeuvre telt 646 titels en bevolkt een stad van 37.267 personages. Hoe hij dat klaargespeeld heeft? Tja, hij heeft in zijn carrière ongeveer 50 medewerkers gehad. Een uitgekookte en hypergetalenteerde hoofd- en eindredacteur, zeg maar. In zijn drukste schrijfperiodes heeft hij om tijd te winnen zelfs twee mannen in dienst die zijn werk van interpunctie voorzien. Die werkkrachten kan hij wel gebruiken, omdat hij dagelijks vaak meerdere feuilletonbijdragen moet inleveren.
  • Om de vraag naar kopij te kunnen beantwoorden speelt Dumas geregeld leentjebuur. Zo stuit hij in Brussel op Le conscrit, de Franse vertaling van De Loteling van Hendrik Conscience. Hij vraagt de man die zijn volk leerde lezen of hij de intrige mag lenen, en schrijft vervolgens de vijfdelige roman Conscience l’innocent. Dumas is wel zo attent om in de titel de eigenaar van het basisidee eer te betonen.
  • Vooral over de samenwerking met Auguste Maquet is veel geschreven. Maquet is een verdienstelijke schrijver, wiens eigen werk allang vergeten is, en die Dumas vooral gebruikt om karrenvrachten informatie uit de nationale archieven om te werken tot ruwe romanstof. Niet zelden herleidt hij 70 lange Maquet-bladzijden tot 30 wervelende Dumas-pagina’s waar hij de tot dan toe ontbrekende dialogen bijvoegt die zijn proza net zo typeren. Desalniettemin heeft Maquet wel degelijk meegewerkt aan Dumas’ bekendste romans en vloeien sommige passages wellicht integraal uit zijn pen.
  • In Frankrijk wordt Maquet vandaag doorgaans Dumas’ nègre genoemd, het Franse woord voor ghostwriter, dat zijn etymologie te danken heeft aan wat tijdgenoten vaak over de grote schrijver zegden: ‘Dumas slentert over de grote boulevards, terwijl de anderen voor hem werken als negers.’
Wordt vervolgd.

Geen opmerkingen: