Hoe breng je zo’n avond door? Met een grote glimlach op je gezicht. La banane, quoi. De ogen wijd open. Want je wil geen seconde missen. Voor het lichtspel moet je niet kijken. Ofwel pleine lumière op het gehele podium, ofwel een spot op Brel alleen. Wat variatie hierop, maar niet veel. Kortom, deze concerten moeten het gewoon van zijn présence hebben. En die is overweldigend. Wat een energie! Wat een concentratie! Wat een generositeit! Dit moet zoveel kracht hebben geëist dat je goed kan begrijpen dat hij er uiteindelijk mee ophield. “Ik stop met optreden om eerlijk te blijven tegenover mezelf. (…) Er komt een moment dat je een bepaalde techniek beheerst, de knepen van het vak kent en dan is de verleiding groot om vals te spelen. De meeste artiesten kunnen daar niet aan weerstaan. Ik ben op het punt dat ik vals kan gaan spelen. Dat ik mechanisch zal gaan worden.”
Je merkt dat zelfs een klein beetje in het trouwens voortreffelijke Olympia-Concert. Als hij voor de duizendste keer Les Bigotes brengt (op plaat een niemendal, op het podium een episch cabaretnummer) voel je dat hij die gebaartjes lichtelijk mechanisch brengt. Kijk dan naar Knokke (honderden concerten daarvoor) en die versie is vederlicht, nog met de volle goesting om te laten zien wat voor schitterende act hij hier aan het brengen is.
Mijn vrouw naast me werd op dat moment ook bevangen door allerhande gevoelens. Als negenjarig meisje had zij in het verre Bourgondië de tekst van Le plat pays vanbuiten moeten leren. De woorden zijn in haar DNA gegrift. En nu zoveel jaren later woont ze in dat onbekende, verre “vlakke land” dat zij als jong meisje bezong doorheen de woorden van Brel.
Ze kneep in mijn hand. Ik kneep terug.
We knepen allebei om een andere reden.
Maar het was, zonder twijfel, de kneep van de maand.
Op dit eigenste moment is mijn vrouw de contactgegevens van haar meester van het vierde studiejaar aan het opsnorren. Ze wil hem bellen, hem bedanken dat zijn leerlingen dat lied uit het hoofd moesten opzeggen, dat hij haar Brel liet horen, dat ze nu zelf in Le plat pays is neergestreken. En dat er geen woord van gelogen is.
Wat zouden wij zijn zonder al die wegwijzers? Zonder al degenen die de kist van schoonheid en waarheid op een kier zetten?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten