vrijdag 15 oktober 2010

Leven of mediteren

Pierre Bergounioux schreef met B-17G een intrigerende novelle die balanceert tussen essay en fictie.
  • B-17G vertelt het verhaal van de gelijknamige Boeings die tijdens de Tweede Wereldoorlog ingezet werden bij de bombardementen die de ondergang van Duitsland bespoedigden. Het specifieke wedervaren van jongeren die een opleiding kregen en nadien bij bosjes sneuvelden, bedt Bergounioux in een bredere context. De petite histoire is voor hem een aanleiding voor een mijmering over de longue durée, over oorlog door de eeuwen heen en vooral over snelheid.
  • Na de Franse Revolutie, aldus Bergounioux, is alles veel sneller gegaan. “Sindsdien voelt elke mens het stuwen van de algehele beweging, de onweerstaanbare kracht van het historische proces”. De jonge vliegeniers zijn een kristallistatie van die evolutie. In hun prille jeugd beleefden zij “de vervolmaking van het boerenleven” en meteen daarop “het hoogtepunt en de neergang van het ijzer”.
  • In zijn korte roman vertelt Bergounioux niet alleen het kleine en grote verhaal van de B-17, maar laat hij tegelijkertijd zien hoe hij als schrijver te werk gaat. Toen hij als jonge knaap een filmpje zag waarin de vernietiging van zo’n boeing was vastgelegd, raakte hij geïntigreerd. Het bleef hem achtervolgen, en uiteindelijk toog hij aan het werk. Hij verdiepte zich in allerlei naslagwerken, en je moet het nageven: in zijn tekst wordt geen detail over het hoofd gezien.
  • De Franse auteur put uit de werkelijkheid, maar zet ook zijn verbeelding aan het werk. “Ze zijn geboren omstreeks 1925”, schrijft hij over de bemanning van die oorlogsvloten. Vervolgens probeert hij zich een verleden te verbeelden: familie, studie, liefjes... Uiteraard besteedt hij meer aandacht aan een welbepaald personage. “We noemen hem Smith.” Uit het werkwoord “noemen” spreekt de macht van de auteur, maar de naam Smith belichaamt ook de willekeur, de universaliteit: het hadden ook u of ik kunnen zijn.
  • Bergounioux probeert zich in de situatie van zijn personages in te leven, maar vereenzelvigt zich niet helemaal. “Je zou je op het schoolplein kunnen wagen” schrijft hij wanneer de jonge negenkoppige bemanning voorbereidingen treft op het vliegveld. De auteur wandelt in gedachten mee tussen de kerels die zo dadelijk hun leven op het spel zullen zetten. Maar het gebruik van die “je” geeft aan dat hij de lezer niet wil bedotten. Bergounioux liegt niet, hij wil niet doen alsof hij echt een van die bemanningsleden is: hij kan hoogstens pogen zich een plek in hun hoofd voor te stellen.
  • “Je moet kiezen: leven of mediteren”, stelt Bergounioux. De jonge vliegeniers kiezen voor het leven. Ze kunnen moeilijk anders. Met de stuurknuppel in de hand op een hoogte van zoveel duizend voet bij min 50 graden celcius is er weinig tijd voor meditatie. Die komt pas jaren later. Maar die jaren komen niet. Het vliegtuig stort neer. Slechts weinigen overleven de oorlog, en dat is de belangrijkste reden waarom het lot van die jonge vliegeniers nooit te boek werd gesteld.
  • Die knapen zouden de gebeurtenissen volgens Bergounioux trouwens amper kunnen duiden. Zij ontberen “het verhoogde zelfbesef dat de verre woorden waar volwassenen bij het ouder worden soms over beschikken haast spelenderwijs paart aan het onzegbare opwellen van de kinderziel”. Anderzijds kunnen ze zoveel intensiteit ook alleen maar eerlijk beleven juist doordat ze zo jong zijn. Ouderdom zou op dat vlak dan weer nefast zijn. “Het gezichtsvermogen vermindert. De aderen slibben dicht. De gewrichtsverstijving neemt toe.”
  • Dus probeert Bergounioux de klus te klaren en om het “verhoogde zelfbesef” van zijn rijpere leeftijd te paren aan “het opwellen van de kinderziel”. Dat doet hij met brio. B-17G is een novelle die mooi balanceert tussen essay en fictie, tussen grote en kleine geschiedenis. Bergounioux’ taal is nu eens poëtisch dan weer puntig maar altijd krachtig en lucide. Een koesterenswaardig literair kleinood.
PIERRE BERGOUNIOUX, B-17G, VOETNOOT, VERTAALD DOOR ROKUS HOFSTEDE, ISBN 978-90-78068-36-5.
  • Pierre Bergounioux (1949) schreef talrijke verhalen en essays.
  • Bij Uitgeverij Van Oorschot verschenen o.a. Het roze huis en De komst van de tijd in vertaling.
  • Werkt als docent moderne literatuur en is ook beeldhouwer.
  • Wordt vergeleken met Claude Simon en Pierre Michon.
  • Won de Prix Roger Caillois 2009.
Een ingekorte versie van dit stuk verscheen eerder in Knack.

Geen opmerkingen: