woensdag 25 april 2018

Ein bisschen Goethe, ein bisschen Bonaparte

Goethe & Bonaparte (Eugène Ernest Hillemacher)
De jonge France Gall zingt haar Tinder-profiel in het Duits. Over hoe de man van haar dromen eruit moet zien: een combinatie van de keizer en de schrijver.

Luister even mee.

"Einer hatte starke Arme
Doch er war kein großes Licht –
Der And're hatte sehr viel Köpfchen
Doch ein Mann, das war er nicht!"

En dat refrein:

"Ein bisschen Goethe, ein bisschen Bonaparte
So soll er ausseh'n, der Mann auf den ich warte"




Over de ontmoeting (herfst 1808) tussen Napoleon en Goethe, hieronder een fragment uit mijn boek.


"Was Tilsit de dronkenschap, dan is Erfurt de ontnuchtering. 

Tussendoor verzachten theaterstukken van Voltaire, Racine en Corneille   de onuitgesproken desillusie. Op verzoek van Napoleon wordt Goethe uitgenodigd. Geanimeerd discussiëren de twee over Het lijden van de jonge Werther. Bonaparte verwijt Goethe dat hij de zelfmoord van zijn held evenzeer aan diens gefnuikte ambitie als aan zijn passie voor Charlotte toeschrijft. ‘Dat is onnatuurlijk. Zo verzwakt u bij de lezer de idee die hij zich van Werthers immense liefde voor Charlotte had gevormd. Daar klopt iets niet’, aldus de Corsicaan. De Duitser vindt dat warempel ‘een goede opmerking’ en overweegt in de volgende uitgave van Werther een en ander bij te sturen. 

Dat hij levendige gesprekken kan voeren en met onverwachte onderwerpen kan uitpakken, staat buiten kijf en Goethe is zichtbaar onder de indruk, lang niet alleen van zijn talenten als causeur. ‘Napoleon leidt de wereld zoals Hummel op de piano tokkelt. (…) Hij is altijd in staat van paraatheid, lucide en weet wat hem te doen staat (…) zoals Hummel wanneer die tegenover een adagio of een allegro aankijkt. (…) Ik heb het over het gemak waarmee echte talenten te werk gaan, of dat nu in de kunsten van de vrede of van de oorlog is, aan de piano of achter de kanonnen.’

In Erfurt moet de Duitse schrijver een van de weinigen zijn die nog bezwijken voor de keizerlijke charmes..." (lees verder vanaf p. 318 in mijn boek)


Met dank aan Marc Reugebrink​ voor deze opmerkelijke luistertip.

Geen opmerkingen: