Over dromen, leven van de pen, exen, een tweetalige dochter en Napoleon.
Trouw - Opgetekend door Rinske Wels; prachtfoto van Jörgen Caris.
Als
twaalfjarig jongetje stelde ik mijn stamboom samen, wat de vonk is
geweest voor het schrijven van ‘Napoleon’, wat nu dan een voorstelling
is geworden. Ik ben altijd op zoek gegaan naar rechtstreekse doorkijkjes
naar het verleden. Ik weet niet waarom. Ik ging voetballen én mijn
oudtantes van 80 interviewen: hoe was het vroeger met de koeien en het
uitgaan? Ik heb toen ook mijn eerste boek geschreven, ‘De geschiedenis
van de familie Van Loo en van vele andere’. Met bronnen onder aan de
pagina, want dat had ik gezien in chique boeken. Ik ging op mijn fietsje naar stoffige archieven en met die research bricoleerde ik een verhaal. Dat doe ik feitelijk nog altijd.
Ik
ben Frans gaan studeren en gaf daarna les op een technische school. Ik
deed het graag maar het was niet mijn volledige vervulling. Mijn droom
was: leven van mijn pen en mijn stem. Dan is er iets grondigs gebeurd:
ik ben heel erg ziek geworden. Fout lief, overwerkt, caféleven. Ik heb
een jaar thuis gezeten, toen werd ik gebeld: je ziekengeld is op, kom je
weer werken? En ik hoorde mezelf zeggen: ‘Neen. Ik ga stoppen en
proberen mijn droom waar te maken’. Daarna heeft het nog vijf jaar
geduurd voordat het ging rollen. Mijn boeken verkochten plots, ik mocht
aanschuiven bij ‘DWDD’.
Première
Onlangs
had ik de Vlaamse première van ‘Napoleon’, in Antwerpen. Na afloop
stond ik, samen met mijn muzikant Geert Hellings, te signeren. Ineens
zie ik mijn ex voor me staan. We zijn in 2001 uit elkaar gegaan na zeven
jaar. Ik had haar lang niet gezien, was wat terughoudend. Ze vond het
gelukkig mooi. Ik begon te zeuren over details die nog niet goed waren.
Ze onderbrak me en zei: ‘Bart, ge hebt uwen droom gerealiseerd.’ Mijn
keel snoerde dicht, zo mooi. Zij was erbij toen ik voor zeven man ging
spreken, mijn auto verkeerd parkeerde en met het verdiende geld de boete
moest betalen.
Er zitten twee personen
in mij: het ambitieuze beest dat altijd meer wil. Maar er is ook de
kleine jongen, die zegt: ga zitten, geniet, het is goed. Die 12-jarige
jongen, die zijn eerste boekje schreef, die heb ik al wel een beetje
verwend toch?
Frans
Ik
vergeet mijn nachtelijke dromen, behalve die ene, afschuwelijke waar ik
soms wakker van word. De droom dat mijn dochtertje valt, elle tombe. De
grote kwetsbaarheid van het vaderschap achtervolgt me. Ik denk dat ik
inmiddels wel in het Frans droom. Bij ons thuis is het de toren van
Babel. Mijn vrouw spreekt Frans met onze dochter en ik Nederlands.
Clémence is tweeënhalf, en steekt elke dag, zonder nadenken, wel vijftig
keer de grens over. Dus eigenlijk is mijn oude droom werkelijkheid
geworden in dat kleine meisje. C’est génial!
Bart
Van Loo (44) is schrijver en theatermaker. Zijn doorbraak kwam met
‘Chanson. Een gezongen geschiedenis van Frankrijk’. Zijn voorstelling
‘Napoleon’ gaat morgen in Leiden in première. Info: www.bartvanloo.info
Geen opmerkingen:
Een reactie posten