woensdag 21 november 2018

De mutsenbrigade in Dinant

Afgelopen weekend vierden we de vriendschap met onze jaarlijkse uitstap naar Wallonië. Vorig jaar mocht Michäel kiezen, nu was het aan mij. Ik wilde naar Dinant omdat het in 1466 door de Bourgondiërs in de as werd werd gelegd. 

Of daar nog iets van te merken viel? Jawel, niet lang geleden vonden archeologen in oude fundamenten brandsporen van deze catastrofe. In de Onze-Lieve-Vrouwekerk troffen we dan weer een glasraam dat verwees naar de toestemming die Karel de Stoute gaf om de stad weer op te bouwen in 1472 - eerst alles platbranden, en pas vier jaar later de wederopbouw toelaten... de kerfstok van hertog Karel zou met de jaren alleen maar langer en dikker worden.

Verder wandelden we naar de oorsprong van het Ros Beiaard (komt van Roche Bayard in Dinant, rechts op de foto) en trokken we naar de ruïnes van Crèvecoeur, waar we net voor valavond genoten van het uitzicht op Dinant. De maan fonkelde. De maan die er in 1466 ook bij was toen Karel de Stoute achthonderd weerspannige Dinantenaren ombracht door ze met vastgebonden handen en voeten in de Maas te gooien.

-----------------------------------

Op de terugweg bekeken we de mogelijke bestemming voor volgend jaar. De terminus-stations spraken tot onze verbeelding: Couvin, Erquellinnes en Quiévrain. Volgend jaar reizen we naar een van de poëtische staartjes van onze welbeminde Waalse treintrajecten. 



Geen opmerkingen: