Gisteren genoten van een mooie tentoonstelling in mijn geboortedorp - allemaal foto’s uit de oude doos. Ik zag mijn groottante in klasformatie op een foto van exact 100 jaar geleden, die bedoeld was als dankbetuiging voor Amerikaanse financiële steun aan de uitgehongerde Kempen. Ik aanschouwde mijn tante tijdens een wedstrijd koe melken in de vroege jaren vijftig. Ook keek ik recht in de ogen mijn 10-jarige vader, een kiekje dat dus uit 1954-1955 stamt. Hij staat met gekruiste armen op een akker terwijl de helft van het dorp helpt bij de graanoogst van een zieke boer, ook al een grootnonkel. De kleine Jules Van Loo die zo ongeveinsd gelukkig in de lens staat te staren wordt vandaag 72. Gelukkige verjaardag, vader!
P.S.: Veel dank aan de organisatoren, want los van de nostalgie was er ook veel heden. Voor, tussen en onder de foto’s was het een komen en gaan van oude bekenden, van ontmoetingen, van allerhande discussies: "Niejenieje, da is Lewie Petoe niet! En doa, da is Schuppe Dam! Die nog aan’t Rattenkot hei geweund! Nu de jaren stilaan aanzwellen, voel ik de roep van de geboortegrond bijwijlen wat harder door de aderen stromen. Zoals de Engelsen zeggen: “The boy can leave the farm, but the farm will never leave the Boy”. Bouwel ahoi!
P.S.: Veel dank aan de organisatoren, want los van de nostalgie was er ook veel heden. Voor, tussen en onder de foto’s was het een komen en gaan van oude bekenden, van ontmoetingen, van allerhande discussies: "Niejenieje, da is Lewie Petoe niet! En doa, da is Schuppe Dam! Die nog aan’t Rattenkot hei geweund! Nu de jaren stilaan aanzwellen, voel ik de roep van de geboortegrond bijwijlen wat harder door de aderen stromen. Zoals de Engelsen zeggen: “The boy can leave the farm, but the farm will never leave the Boy”. Bouwel ahoi!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten