Francofilie is een nobel goed, maar er is natuurlijk ook nog een leven daarbuiten. Soms zal ik de gewone gang van zaken op deze blog onderbreken, en overspel spelen als het onderwerp zich urgent aan me opdringt. Deze week is dat zo.
In de lente van 2007 kocht ik Beloken dagen van Wannes Van de Velde. Bladerend in het boek trof me meteen de deemoedige en tegelijk moedige toon. Het boek belandde op de stapel “zeker nog te lezen” die ligt naast te stapel “nog te lezen”. Zijn overlijden, ik beken het eerlijk, was voor mij het signaal om het boek ter hand te nemen.
Wannes schrijft met een scherpe, maar warme pen over zijn strijd met leukemie. Al weigert hij het woord strijd in de mond te nemen. “Het zou van een ongepaste arrogantie getuigen tegen de dood te willen vechten.” Het is voor hem de aanleiding om achterom te kijken. En vooruit. Wat komt dat komt, en het is al schoon geweest. De ziekte buigt zijn blik naar de vogels in het park, de jeneverborrels in de cafés... de kleine details die hij omtovert tot relativerende, maar rijke mijmeringen bij het stromen van het alledaagse leven. En samen met hem woel je geleidelijk aan ook in je eigen verleden, maar voel je vooral hoe je blik naar binnen kantelt.
Tijdens de Week van de Smaak doorkruis ik als spreker kriskras Vlaanderen. De cd In de maat van de seizoenen vergezelt me bij de grillige arabesken die ik trek over de Vlaamse wegen. Ik oefen mijn Antwerps, en zing de prachtige liederen mee. Einde van de cd, terug naar het begin. Oepternift! En weer samen met hem Bilbao op vrouw laten rijmen. Meermaals spreek ik twee keer per dag, en beland ik in de tussentijd in een of ander volkscafé waar ik in Beloken dagen duik, en lees hoe hij zit te schrijven in De Vagant of het Zuiderspershuis.
Net voor ik in Lebbeke het café wil verlaten op weg naar de bibliotheek stoot ik toevallig op de passage waar Wannes zich voorbereidt op een optreden in de Antwerpse Stadsbib: “In de loop van de dag nog een paar ademhalingsoefeningen, en dan kan ik me onder mijn woorden gaan bedelven, als een mol die ervoor zorgt zich niet te veel aan het daglicht bloot te stellen”. Ik bestel ter ere van Wannes nog een Balegemse en drink die diep ademend leeg.
En lees toch nog enkele bladzijden. Op een kwartier steekt het niet. In gedachten wandel ik met hem nog even mee van het Harmoniepark naar het Hof van Leysen, “een van die zeldzame groene vlekken dit tot nog toe aan de woede der immobiliën zijn ontkomen”, daar waar ik zelf geregeld een boek zit te lezen. Beloken dagen bevat de mooiste bladzijden die over Antwerpen zijn geschreven, en biedt niet alleen veel psychologische, maar ook aandoenlijke geografische herkenning.
Het proza van Wannes Van de Velde is in zijn bedrieglijke eenvoud niet alleen poëtisch, maar wars van alle intellectualisme ook bijzonder intelligent, erg wijs. En zo aards. Ik sta er versteld van. “Onder al onze ervaringen, de goede en de slechte, zit wijsheid verborgen. Het is daar dat het om gaat: het herkennen en ontwikkelen van de wijsheid, de gouden twijg, ons door de aarde aangereikt.”
Wannes, bedankt. Jouw gelouterde en gerijpte woorden kronkelen als “een gouden twijg” naar mijn hart waar ze koesterend bewaard worden voor bange en mistige dagen.
2 opmerkingen:
Dag Bart,
Ik ben na het lezen van wat je schrijft over Wannes van de Velde meteen naar de Groene Waterman gegaan omdat je de 'goesting' om 'Beloken dagen' te lezen hebt aangewakkerd. Het deed me zelfs deugd te vernemen dat ik even moest wachten op het boek omdat ook anderen zich in deze koude dagen wellicht wilden warmen aan de woorden van een mooi en edel mens. 'In de maat van de seizoenen' wil ik meezingen zoals ik Piaf en Brel meezing.
Ik zou er wel zelf opgekomen zijn, maar bedankt voor de tip.
Het is alsof een onzichtbaar netwerk allen verenigt die Wannes' woorden lezen en horen.
Met de mooie woorden van Chris Rachel Spatz: "Het is alsof een onzichtbaar netwerk allen verenigt die Wannes' woorden lezen en horen".
Een reactie posten